De migratieketen kent een lange geschiedenis van (digitaal) samenwerken. Aan de informatievoorziening in de keten wordt richting gegeven door middel van een ketenarchitectuur. De eerste versie hiervan is de Basis Start Architectuur van de Vreemdelingenketen uit februari 2013 [1].
Nu bijna 10 jaar later is het tijd om deze architectuur te actualiseren. De omgeving, kaders en business en technologische ontwikkelingen zijn veranderd. Van de AVG, Cloud of Api’s was in 2013 nauwelijks sprake. Maar het is vooral de ontwikkeling die de keten de afgelopen jaren (op informatievoorzieningsvlak) heeft doorgemaakt die maakt dat er een nieuwe architectuur nodig is die hopelijk weer net zo lang kan voorzien in kaders en richting voor de migratieketen.
In 2013 was het voornaamste thema het digitaal werken en het op een uniforme wijze vaststellen van iemands identiteit. Dit hebben we in de keten inmiddels wel onder de knie. De uitdaging is nu om deze digitale samenwerking door te ontwikkelen naar een nauwere, efficiëntere en effectievere manier van (digitaal) samenwerken, waarmee we de uitdagingen die de komende 5 tot 10 jaar op ons als keten afkomen weer goed de baas kunnen. Het is de bedoeling dit document periodiek te herijken.
Scope: de Migratieketen
De migratieketen en de organisaties die hierin een rol spelen staan niet op zichzelf. In plaats van een keten met duidelijk afgebakende grenzen is er sprake van interactie en samenhang met andere ketens zoals de strafrecht- en inburgeringsketen. Hiernaast wordt er meer en meer in netwerkverband samengewerkt met andere partijen zoals gemeenten, niet-gouvernementele organisaties (NGO’s) en de Rechtspraak. Ook wordt de rol van Europese samenwerking (bijvoorbeeld Grenzen en Veiligheid) steeds groter.
Een afbakening in scope is voor een architectuur echter essentieel. Daarom bakenen we deze architectuur af op de migratieketen, voor het uitvoeren van de Vreemdelingenwet 2000. Wel met een duidelijke blik naar buiten, ten volle erkennend dat de keten onderdeel is van een groter netwerk met samenwerkende partijen en andere ketens. De “koppelvlakken” met deze aanpalende partijen en ketens nemen we dus mee in deze ketenarchitectuur migratieketen.
Één aanvulling op bovenstaande scope: de Europese JBZ [2]-verordeningen onder “Grenzen en Veiligheid”. Een deel van de verordeningen zou geclassificeerd kunnen worden als buiten scope van de migratieketen, bv. de toegang voor rechtshandhaving door Politie of Openbaar Ministerie (OM). Om dit niet tussen wal en schip te laten vallen, nemen we dit integraal mee in de scope van de ketenarchitectuur migratieketen [3].
Binnen de migratieketen geeft de ketenarchitectuur kaders en richting voor zowel de informatievoorziening (informatiearchitectuur), de procesinrichting (bedrijfs/procesarchitectuur) als de gedeelde technische voorzieningen (technische architectuur) [4] .
Binnen de bovengenoemde scope richt de ketenarchitectuur zich niet op de informatiehuishouding bij de ketenpartners zelf, maar met name op de samenwerking tussen de ketenpartners en gezamenlijke voorzieningen en/of gezamenlijke (2 of meer ketenpartners betrokken) interacties van de keten met de omgeving, waaronder ook de vreemdeling [5] zelf valt. Uiteraard hebben deze afspraken ook impact achter de voordeur van de individuele ketenpartners. Hiermee gaat de architectuur dus ook breder dan enkel een “architectuur van de ketenvoorzieningen”.
Een verdere duiding van de actoren, processen en soorten doelgroepen die binnen de scope van de migratieketen vallen, wordt uitgewerkt in het onderdeel ‘Bedrijfsarchitectuur” uit de ketenarchitectuur.
Doel van deze architectuur
De ketenarchitectuur is geen doel op zich. Het is een middel om sturing te geven aan de doorontwikkeling van de informatievoorziening van de keten. De primaire gebruiker hiervan is de CIO van de migratieketen. Maar uiteraard is de ketenarchitectuur bedoeld voor iedereen die betrokken is bij het doorontwikkelen van de informatievoorziening en procesinrichting van de keten.
Deze architectuur definieert de richtinggevende architectuurprincipes. Deze geven kaders en richting aan de informatievoorziening van de keten. Deze principes zijn gebaseerd op enerzijds de belangrijkste ontwikkelingen en doelen voor de keten. En anderzijds op de bestaande kaders waarbinnen de keten werkt.
Deze architectuur probeert een goede balans te vinden tussen zeggingskracht en leesbaarheid. Door te focussen op de essentie proberen we het document beknopt en voor iedereen (en dus niet enkel voor architecten) goed leesbaar te houden. De ketenarchitectuur is geen juridisch document. De principes geven op hoofdlijnen de richting weer. Nuanceringen voor bepaalde processen of organisaties om juridische redenen zullen we in dit document niet altijd maken.
De ketenarchitectuur richt zich met name op de thema’s die behoren bij de belangrijkste ontwikkelingen die we als keten de komende 5 tot 10 jaar moeten maken. Omdat deze anders zijn dan de thema’s uit 2013, betekent dit dat een deel van deze principes is verschoven naar ‘uitgangspunten’. Nog wel geldig, maar niet meer met de hoogste prioriteit. Andere principes komen (aangescherpt) nog wel terug.
Totstandkoming en doorontwikkeling ketenarchitectuur
Dit is het ‘hoofddocument’ van de ketenarchitectuur. De scope hiervan is te vergelijken met die van de BSA uit 2013. We werken de ketenarchitectuur uit volgens een iteratief proces. Hierbij wordt de architectuur steeds verder verfijnd en/of uitgebreid.
Regie op (door)ontwikkeling van de ketenarchitectuur doen we vanuit de Architectuurraad voor de Vreemdelingenketen (ARVK) en het Deelberaad Keteninformatisering (DKi).
Kaders: benoemt de belangrijkste wettelijke, beleidsmatige en architectuurkaders voor de ketenarchitectuur;
Ontwikkelingen: vat de belangrijke maatschappelijke, politiek-bestuurlijke, business en technologische ontwikkelingen die op de keten(partners) afkomen, en waar de ketenarchitectuur dus een antwoord op moet bieden, samen;
Thema's en Architectuurprincipes: vertaalt deze kaders en ontwikkelingen naar de belangrijke thema’s voor de MIRA en de bijbehorende architectuurprincipes voor de migratieketen;
Principes en businessdoelen: geeft een overzicht van welke architectuurprincipes bijdragen aan welke businessdoelen.
Voetnoten en Referenties
↑M. Zijderveld, W. Ridderhof en M. Brattinga, „Basis Start Architectuur van de Vreemdelingenketen,” Ministerie van Binnenlandse Zaken, Den Haag, februari 2013
↑JBZ= Justitie- en Binnenlandse Zaken. Term om de EU-verordeningen en bijbehorende systemen aan te duiden
↑Dit loopt analoog aan het besluit over de regierol op de componenten uit de interoperabiliteitsverordening
↑Dit is een uitbreiding op de scope van de BSA uit 2013. Daar wordt geen expliciet onderscheid gemaakt in bedrijfs-, informatie- en technische architectuur, al bestrijken de gegeven principes wel min of meer dit hele spectrum.
↑Migrant, vreemdeling, asielzoeker,… in de ketenarchitectuur proberen we in generieke zin steeds de term ‘vreemdeling’ te gebruiken omdat dit de meest generieke term is (een migrant is wel een vreemdeling, maar niet iedere vreemdeling is een migrant). Wanneer we een smallere groep bedoelen (bv. asielzoekers), benoemen we deze specifiek. Zie ook de bedrijfsarchitectuur. Hierin zijn de diverse rollen verder uitgewerkt.
Kaders
De ketenarchitectuur migratieketen kan alleen door alle ketenpartners worden gebruikt, als de ketenpartners gezamenlijk dezelfde afspraken/uitgangspunten hanteren. Hierbij is een onderscheid te maken tussen wetgeving en andere kaders. Daarnaast is er ook beïnvloeding door strategieën die opgesteld zijn op centraal overheidsniveau, maar ook op departementaal niveau. Onderstaande figuur toont een overzicht van alle relevante kaders voor de Ketenarchitectuur Migratieketen.
Hieronder worden de kaders uit bovenstaande figuur kort nader toegelicht.
Wetgeving (Europees en Overheidsbreed)
Wetgeving beïnvloedt de architectuur van alle ketenpartners. We gaan ervan uit dat alle ketenpartners aan de wetgeving voldoen.
De Algemene Verordening Gegevensbescherming(AVG) (Engels: GDPR) is rechtstreeks van toepassing voor alle lidstaten van de Europese Unie en beoogt de bescherming van natuurlijke personen bij de verwerking van hun persoonsgegevens te waarborgen.
De archiefwetgeving geeft de kaders voor waardering en selectie. De Archiefwet 1995, het Archiefbesluit 1995 en de Archiefregeling vormen samen het juridisch kader voor waardering en selectie . Het juridisch kader geeft vooral aanwijzingen voor de procedure van het vaststellen van een selectielijst en geeft algemene aanwijzingen over de vorm en structuur van de selectielijst en de belangen waarmee rekening gehouden dient te worden bij het vaststellen van bewaartermijnen.
Momenteel wordt gewerkt aan de modernisering van de archiefwetgeving. Archiefwet, besluit en regeling worden herzien en zouden naar verwachting in 2024 in werking moeten treden.
Europese en internationale wet- en regelgeving zijn richtinggevend voor de inrichting van de migratieketen. Het voert te ver om hier een uitputtende opsomming te geven. Maar deze zijn erg divers, variërend van abstract naar concreet. Gaande van het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens, over de Dublin-verordening en diverse onderdelen van het Europese migratiebeleid, tot heel concrete verordeningen zoals de verordeningen rondom SIS, VIS, ETIAS of EURODAC.
De WDO (Wet Digitale Overheid) is een kaderwet die de basis legt voor verdere digitalisering, waaronder regulering van de digitale overheid en meer in het bijzonder de generieke voorzieningen in een gemeenschappelijke digitale infrastructuur van de overheid. De WDO treedt (naar verwachting) in werking op 1 januari 2023.
In de eerste tranche richt de WDO zich op het regelen van het veilig en betrouwbaar inloggen voor Nederlandse burgers en bedrijven bij de overheid. Daarmee wordt bedoeld dat burgers elektronische identificatiemiddelen (eID) krijgen met een hogere mate van betrouwbaarheid dan het huidige DigiD. Deze identificatiemiddelen geven publieke dienstverleners meer zekerheid over iemands identiteit. De wet stelt ook open standaarden verplicht. Met de WDO implementeert Nederland de Europese richtlijn over toegankelijkheid van overheidswebsites en apps.
De Wet Open Overheid (WOO) is de opvolger van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob). De wet is bedoeld om de overheid transparanter te maken en zo het belang van openbaarheid van publieke informatie voor de democratische rechtsstaat, de burger, het bestuur en economische ontwikkeling beter te dienen. De WOO maakt toegang tot publieke informatie expliciet tot een recht van burgers. De WOO voorziet in een opener overheid dan de Wob, bijvoorbeeld door actieve openbaarmaking van verschillende informatiecategorieën verplicht te stellen.
Beleidsmatige kaders Digitale Overheid
De Rijksoverheid heeft op verschillende overheidsniveaus ook verschillende beleidsmatige kaders voor de digitale overheid die van invloed zijn op de ketenarchitectuur.
Common Ground is de informatiekundige visie waarmee overheden collectief de informatievoorziening eenvoudiger, flexibeler en slimmer gaan inrichten. Met de herinrichting van de informatievoorziening kunnen overheden hun dienstverlening en bedrijfsvoering ingrijpend verbeteren. Dat stelt ze in staat om op een moderne en flexibele manier in te spelen op maatschappelijke opgaven. Strikt genomen (nog) geen beleidsmatig kader. Maar wel een invloedrijke visie binnen de digitale overheid met relatie met meerdere hiergenoemde beleidsmatige kaders.
De Generieke Digitale Infrastructuur (GDI) bevat de gezamenlijke oplossingen (afspraken, standaarden en voorzieningen) die de ruggengraat van de digitale overheid vormen (zoals de Basisregistraties, DigiD, MijnOverheid, Digipoort,..). De GDI kent vier domeinen: Toegang, Interactie, Gegevensuitwisseling en Infrastructuur.
De GDI-Architectuur (GA) vormt de doelarchitectuur van de Generieke Digitale Infrastructuur (GDI) en biedt, als ware het een bestemmingsplan, inzicht in de beoogde ontwikkeling van de GDI.
Sturing op de GDI vindt plaats via het Overheidsbreed Beleidsoverleg Digitale Overheid (OBDO), geadviseerd door de Programmeringsraad GDI (PGDI)
Voorheen werd de GA ook wel GO genoemd (Gemeenschappelijke Overheidsarchitectuur).
De interbestuurlijke datastrategie (IBDS) schetst op hoofdlijnen hoe de overheid met data maatschappelijke opgaven beter kan adresseren, waarbij de risico’s van datagebruik goed worden afgewogen. Daarnaast bevat de datastrategie eerste suggesties voor systeemfuncties: voorzieningen die het makkelijker maken om datagedreven te werken, bijvoorbeeld een federatief datastelsel, waarin data lokaal beheerd blijft, maar voor gebruik over silo’s en organisaties heen toegankelijk en begrijpelijk is gemaakt.
De digitale overheid zal de komende jaren gegevens en data steeds meer veilig en efficiënt uitwisselen door applicaties zoveel mogelijk te scheiden van de data, en deze data bij de bron te bewaren. De voorzieningen van de digitale overheden dienen de data zoveel mogelijk actueel te gaan halen - in een veilige infrastructuur -zodra het voor een zaak nodig is.
De API Strategie kaders en richtlijnen voor het toepassen van API’s en bijbehorende architectuurconcepten binnen de Nederlandse Overheid en bestaat uit een informatief deel over beleid, gebruikerswensen, architectuur en een normatief deel met ontwerprichtlijnen voor API's. Deze ontwerprichtlijnen zijn aangemeld voor plaatsing op de ‘Pas toe of leg uit’-lijst van het Forum Standaardisatie.
Een gezamenlijke 'rolling' agenda van alle Nederlandse bestuurslagen en belangrijke publieke en private partners. Deze agenda zet uiteen hoe het contact van de overheid met burgers en ondernemers slimmer, toegankelijker en persoonlijker kan door hierbij de kansen van digitalisering te benutten en de regie van burgers en ondernemers te versterken. NL DIGIbeter is tot stand gekomen in het Overheidsbreed Beleidsoverleg Digitale Overheid (OBDO). Vijf speerpunten zijn:
In 2022 heeft de Staatssecretaris van BZK een nieuwe visie op gebruik van public clouddiensten door de Rijksoverheid (m.u.v. Defensie) gepubliceerd. Deze stelt samengevat dat het gebruik van publieke cloud door departementen na een risicoafweging in beginsel is toegestaan, mits aan enkele voorwaarden is voldaan. Dit geldt ook voor Departementaal Vertrouwelijke informatie (Dep-V) (niet voor Staatsgeheim) en persoonsgegevens. Bijzondere persoonsgegevens en basisregistraties mogen in principe niet in de cloud, tenzij. Hiervoor wordt een comply-or-explain mechanisme uitgewerkt met o.a. een rol voor de CIO-rijk.
Architectuurkaders
Op centraal niveau is besloten dat alle overheidspartijen, zoals rijks-, provinciale en gemeentelijke overheid, hieraan moeten voldoen.
De Baseline Informatiebeveiliging Overheid (BIO) beschrijft het basisniveau voor informatiebeveiliging dat gehanteerd wordt binnen de Nederlandse overheid, door Rijk, Gemeenten, Waterschappen en Provincies. Eén basisniveau voor informatiebeveiliging, één gezamenlijke taal voor alle overheidsorganisaties.
Duurzame toegankelijkheid (DUTO) wil zeggen: informatie is vanaf het moment van ontstaan beschikbaar en bruikbaar voor iedereen die daar recht op heeft en voor zolang noodzakelijk. Burgers, bedrijven, ambtenaren, journalisten en bijvoorbeeld onderzoekers kunnen de informatie die ze nodig hebben vinden, raadplegen en interpreteren. Niet alleen nu, maar ook over pakweg 20 jaar.
De Enterprise Architectuur Rijksdienst (EAR) biedt een samenhangende beschrijving van de organisatie en inrichting van de informatiediensten en -voorzieningen van de Rijksdienst. Het is een houvast voor iedereen die, vanuit de concerngedachte, stappen wil zetten om de samenwerking tussen en binnen delen van de Rijksdienst te verbeteren.
Het European Interoperability Framework (EIF) is een set met aanbevelingen voor nationale overheden, gericht op het interoperabel maken en houden van digitale publieke diensten binnen de EU. Het European Interoperability Framework is bedoeld als gemeenschappelijke kern van de Nationale Interoperability Frameworks (NIF's) en Domain Interoperability Frameworks (DIF's). Voor Nederland is de NORA het NIF. De mate van alignment tussen NORA en EIF is sterk en wordt jaarlijks gemonitord.
Met de toenemende informatie-uitwisseling tussen overheidsdiensten (over de grenzen en sectoren) is de behoefte aan interoperabiliteit in Europa groter dan ooit. Interoperabiliteit kan op vele manieren worden gedefinieerd. De eenvoudigste manier zou kunnen zijn: „Het vermogen om informatie uit te wisselen”. Om interoperabiliteitskwesties op nationaal, regionaal of lokaal niveau aan te pakken, beschikken veel overheidsdiensten al over interoperabiliteitskaders of zijn deze aan het ontwikkelen. Het toepassingsgebied van deze kaders is beperkt tot de rechtsgebieden waarbinnen zij zijn ontwikkeld. Europese overheidsdiensten moeten echter bereid zijn om samen te werken om grensoverschrijdende overheidsdiensten te leveren om tegemoet te komen aan de behoeften van bedrijven en burgers.
De Nederlandse Overheid Referentie Architectuur (NORA) bevat principes, beschrijvingen, modellen en standaarden voor het ontwerp en de inrichting van de overheid. De NORA richt zich op de publieke sector in het geheel en geldt dus voor alle domeinen en bestuurslagen. Afspraken in NORA maken samenwerken en informatie-uitwisseling mogelijk over bestuurslagen, ketens en domeinen heen.
De Enterprise Architectuur JenV benoemt de belangrijkste afspraken (principes) rondom bedrijfsvoering en bedrijfsinrichting van JenV. Het bestaat o.a. uit een algemeen inleidend deel met o.a. de “5 gouden regels” en een verdieping in afspraken/principes per domein. Deze wordt nog verder uitgewerkt in diverse domeinarchitecturen, o.a. op gebied van Cloud (en diverse vormen daarvan), Toegang.
NB Uiteraard spelen met BZ en de KMAR ook partijen buiten het JenV-domein een rol in de migratieketen. Kaders uit die domeinen zijn kaderstellend voor deze partijen en spelen daarmee indirect ook een rol in de migratieketen. Omdat de migratieketen binnen het JenV-domein valt, hebben we ons hier echter beperkt tot de JenV kaders.
De i-Strategie JenV is een overzicht over de JenV-brede informatievoorzieningsportefeuille voor de komende jaren. Het bestaat uit trajecten die al onder handen zijn en trajecten die tijdens een strategische inventarisatie met de CIO-gemeenschap JenV zijn geïdentificeerd en als prioriteit zijn aangemerkt. Daarmee combineert het lopende programma’s zoals de JenV inbreng in het programma Open op Orde over de Informatiehuishouding, Informatiebeveiliging 2.0 en Datagedreven Werken, met nog op te starten initiatieven rondom i in het hart van beleid, wetgeving en uitvoering, Digitaal Grondvlak, Versterking van de besturing van de informatievoorziening en mensgerichte dienstverlening.
NBUiteraard spelen met BZ en de KMAR ook partijen buiten het JenV-domein een rol in de migratieketen. Kaders uit die domeinen zijn kaderstellend voor deze partijen en spelen daarmee indirect ook een rol in de migratieketen. Omdat de migratieketen binnen het JenV-domein valt, hebben we ons hier echter beperkt tot de JenV kaders.
Bestaande en bekrachtigde kaders in de Migratieketen
De informatiestrategie voor keten managementinformatie ondersteunt de keten bij het realiseren van de ambities zoals opgenomen in de integrale migratieagenda en het ketenplan 2018 -2022. De strategie geeft richting aan de wijze waarop de informatievoorziening verder wordt ontwikkeld om de migratieketen te sturen richting de gestelde doelen. Naast de middelen welke hiervoor bij de verschillende ketenpartners aanwezig zijn, is er in de huidige situatie een ketenbrede informatievoorziening, KMI+, en een samenwerkingsverband, de Analyse Proeftuin Migratieketen (APM) ingericht. De informatiestrategie bestaat uit 4 pijlers: Betrouwbare basis; Informatie gestuurde regie; Toekomstbestendige IT en Toekomstbestendige organisatie.
Het ketenplan 2018-2022 legt de ambities voor de migratieketen voor een periode van 5 jaar vast. Het ketenplan gaat in op de uitdagingen waar de ketenpartners gezamenlijk voor staan. Dit actuele ketenplan is inmiddels verouderd. In het kader van de veranderopgave migratieketen wordt gewerkt aan een nieuw ketenplan (zie Ontwikkelingen).
Het protocol Digitaal Samenwerken legt het kader van de digitale samenwerking in de keten vast en maakt hierbinnen enkele generieke afspraken. De scope beperkt zich tot informatie-uitwisseling per vreemdeling tussen twee of meer ketenpartners. Uitgangspunt is dat de informatieuitwisseling in de migratieketen digitaal plaatsvindt.
NB. Hoewel gedefinieerd als nadere invulling van de ketenarchitectuur nemen we beide protocollen toch in dit overzicht op
Het Protocol Identificatie en Labeling, of kortweg het PIL, beschrijft een gestandaardiseerde werkwijze voor het identificeren, registreren, wijzigen, verifiëren van persoonsgegevens en het vernietigen van deze gegevens in de migratieketen. Het protocol beschrijft de werkwijze voor het identificeren van vreemdelingen, die, hetzij in het kader van een aanvraagprocedure, hetzij in het kader van grensbewaking of toezicht, met een of meer organisaties uit de migratieketen in aanraking komen, en voor het registreren van de persoonsgegevens in de Basisvoorziening Vreemdelingen (hierna: BVV).
NB. Hoewel gedefinieerd als nadere invulling van de ketenarchitectuur nemen we beide protocollen toch in dit overzicht op
Ketenuitgangspunten
Naast deze kaders zijn er nog enkele bestaande afspraken in de Migratieketen die niet als Architectuurprincipes in dit document terugkomen (er wordt al langs deze lijnen gewerkt), maar die wel als ketenuitgangspunten beschouwd kunnen worden.
De in deze architectuur benoemde thema’s geven gezamenlijk aan welke beweging de ketenarchitectuur de komende 5-10 jaar moet maken.
In de Basis Start Architectuur uit 2013 lag de focus op andere thema’s, nl.
Identiteit vaststellen;
Digitaal werken;
Inzage- en correctierecht;
Keten management informatie en
Samenwerking in de keten.
Met name de eerste 2 thema’s leveren een dilemma op. Er wordt in de migratieketen nog altijd langs deze lijnen gewerkt. De doelen behorende bij deze thema’s zijn echter grotendeels bereikt, dus deze thema’s zijn niet meer maatgevend voor de verandering die we de komende 5-10 jaar moeten maken. Daarom hebben we ervoor gekozen om deze niet meer als thema’s op te nemen. De principes laten vallen is echter ook niet wenselijk. Belangrijke samenwerkafspraken binnen de keten zijn gestoeld op deze principes. Daarom nemen we ze hier op als “ketenuitgangspunten”. Zie hier voor een compleet overzicht van de principes uit de BSA 2013.
Naast deze principes uit de BSA 2013 zijn er nog 2 belangrijke onderwerpen die ook als uitgangspunt beschouwd kunnen worden: gegevensbescherming en informatieveiligheid (zie ook de de kaders). Deze kaders zijn ook niet nieuw. Het volgen van de AVG, BIO en andere normenkaders is al jaren het uitgangspunt. Ook het hoe ligt in hoge mate vast in bestaande normenkaders. Daarom geen eigenstandige principes (we volgen bestaande normenkaders), maar wel goed om hier nogmaals te noemen als uitgangspunt.
Nr. uit BSA 2013
Uitgangspunt
Thema BSA 2013
BSA1
Biometrie wordt gebruikt om de identiteit vast te stellen
Identiteit
BSA2
Afname en gebruik van biometrie wordt uniform toegepast
Identiteit
BSA3
Elke vreemdeling heeft één v-nummer en elk v-nummer hoort bij één vreemdeling
Identiteit
BSA4
In de keten is alle uitwisseling digitaal
Digitaal werken
BSA6
Processturing vindt digitaal plaats
Digitaal werken
BSA7
Alle instanties en personen in een dossier zijn uniek identificeerbaar
Digitaal werken
BSA14
Centrale voorzieningen ondersteunen plaats en tijdonafhankelijk werken
Samenwerking
-
Privacy-by-design is het uitgangspunt bij het ontwerp en doorontwikkeling van de keteninformatievoorziening
-
-
De keteninformatievoorziening is veilig
-
Privacy-by-design is het uitgangspunt bij het ontwerp en doorontwikkeling van de keteninformatievoorziening
Volgens de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) heeft iedereen die onder de reikwijdte van de AVG valt recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer (privacy). Iedereen mag verwachten dat we in de keten niet meer gegevens delen dan strikt noodzakelijk voor het uitoefenen van een bepaalde taak (beginsel van doelbinding). Dit geldt ook voor de vreemdelingen die naar Nederland komen en daarmee onder Nederlands recht vallen.
Dit betekent voor de keteninformatievoorziening o.a. dat:
Er niet meer persoonsgegevens dan nodig worden verzameld en gedeeld en deze gegevens daar waar nodig worden geanonimiseerd of gepseudonimiseerd;
Enkel diegenen die vanuit rol of functie binnen de migratieketen daartoe gerechtigd zijn, toegang krijgen tot gegevens en dat dit enkel geldt voor het doel waarvoor ze ingewonnen zijn;
Al bij het ontwerp en inrichting van de systemen en koppelingen rekening wordt gehouden met deze eisen, zodat dit niet achteraf met moeite moet worden afgedwongen.
De keteninformatievoorziening is veilig
De laatste jaren is het aantal (gepubliceerde) beveiligingsincidenten (en meer specifiek: datalekken) binnen en buiten de overheid fors toegenomen, dus dit is een belangrijk aandachtspunt voor de keteninformatievoorziening. Vreemdelingen mogen van de keten verwachten dat de gegevensbeveiliging adequaat is, zodat gegevens niet in verkeerde handen mogen vallen of gemanipuleerd kunnen worden. Om dit te bereiken wordt uitgegaan van een zero-trust architectuur. Hierin hebben actoren of systemen alleen toegang tot gegevens als zij daarvoor zijn geautoriseerd.
Dit betekent voor de keteninformatievoorziening o.a. dat:
Beveiliging en autorisatiebeheer vanaf het begin in het ontwerp moet worden meegenomen;
Systemen en gegevensuitwisselingen worden volgens een lagenprincipe (‘defense in depth’) beveiligd;
de risico’s worden gemonitord, risico mitigerende maatregelen worden genomen en dat er verantwoord wordt naar de betrokkenen.
Ontwikkelingen
Maatschappelijke Ontwikkelingen
Een ketenarchitectuur die de migratieketen in staat stelt om snel te kunnen inspelen op maatschappelijke ontwikkelingen en daaropvolgend beleid is van groot belang. Deze moet dusdanig zijn ingericht dat het in ieder geval niet belemmerend werkt op de benodigde flexibiliteit. Bijvoorbeeld wanneer er nieuwe groepen instromen; wanneer men van één naar meerdere aanmeldcentra zou willen overgaan of wanneer men een deel van het aanmeldproces in het buitenland zou willen kunnen ondersteunen. In meer algemene zin is er ook een verandering waar te nemen in het maatschappelijk debat anno 2022. Kort gezegd lijkt een einde te komen aan de verzakelijking van het openbaar bestuur en komt het belang van het individu in relatie tot de overheid meer voorop te staan. Ook heeft de kennis en kunde in de informatietechnologie in het laatste decennium grote sprongen gemaakt. Daar willen we ons voordeel mee doen deze kennis toepassen in de manier waarop de informatiesystemen het migratieproces gaan ondersteunen. Bijna elke vreemdeling heeft tegenwoordig beschikking over smartphones en andere moderne technologieën. Toch benaderen we de vreemdeling vanuit de migratieketen vooral nog op papier.
De migratieketen komt met regelmaat uitgebreid in de media. Publieke opinie forceert hierbij soms besluitvorming. Denk hierbij aan enkele sterk gemediatiseerde casussen. Of aan de berichtgeving over de recente opvangcrisis en de instroom van de Oekraïense ontheemden. Migratie in het maatschappelijke debat roept veel emotie en discussie op met vaak erg tegengestelde meningen. Beide sterke stemmen in het maatschappelijke debat worden meegenomen in het (door)ontwikkelen van nieuw beleid en wetgeving wat door de migratieketen uitgevoerd wordt. De migratieketen moet snel en wendbaar kunnen reageren op nieuwe ontwikkelingen en deels daaruit voortkomende vormen van beleid.
Politiek bestuurlijke Ontwikkelingen
Grenzen en veiligheid
In de periode 2022-2026 zal Nederland een zestal Europese verordeningen moeten implementeren. Het gaat hierbij om zowel de realisatie van nieuwe voorzieningen (EES, ETIAS en alle componenten in het kader van de verordening interoperabiliteit) als grootschalige aanpassingen op bestaande voorzieningen (EURODAC, SIS en VIS). Met de implementatie van de Europese verordeningen wordt nagestreefd dat illegale migratie beter bestreden kan worden, de veiligheid binnen het Schengengebied vergroot wordt en het grensproces beter wordt gefaciliteerd. De Nederlandse overheid heeft deze doelstellingen omarmd met inachtneming van de nodige waarborgen voor o.a. gegevensbescherming en fundamentele rechten van de reiziger/ vreemdeling/ migrant.
De invoering van deze Europese Verordeningen heeft een grote impact op een groot deel van de ketenpartners van de migratieketen. Daarnaast kunnen deze Europese voorzieningen bevraagd worden door partijen van buiten de migratieketen, voor opsporings-, rechtshandhavings- en veiligheidsdoeleinden.
De keteninformatievoorziening die nodig is voor het aansluiten op deze Europese verordeningen is integraal onderdeel van deze ketenarchitectuur. Dit dus inclusief het gebruik door andere, niet-migratieketenpartijen.
Regeerakkoord
Het Coalitieakkoord “Omzien naar elkaar, vooruitkijken naar de toekomst” [1] is op 15 november 2021 gepresenteerd en bevat de belangrijkste plannen voor de huidige kabinetsperiode. Het beoogt een “rechtvaardig, humaan en effectief asiel- en migratiebeleid”. Doel is meer “grip op migratie”, gestoeld op twee pijlers: het verbeteren en versterken van legale migratie en parallel het beperken van irreguliere migratie, bestrijden van overlast en misbruik en het bevorderen van terugkeer bij onrechtmatig verblijf.
Voor een samenvatting van de maatregelen uit dit regeerakkoord die relevant zijn voor de migratieketen verwijzen we naar het eerste hoofdstuk uit ‘De staat van Migratie 2022’ [2]. Ontwikkelingen in het migratiedomein volgen elkaar echter in hoog tempo op. De machtswissel in Afghanistan, instroom van Oekraïners, de Opvangcrisis, Asieldeal en Spreidingswet zijn allemaal voorbeelden van ontwikkelingen uit het laatste jaar, welke niet of onvolledig in het regeerakkoord zijn meegenomen. Dit zal ook na publicatie van deze ketenarchitectuur blijven doorgaan.
In de ketenarchitectuur houden we dan ook vooral rekening met de onderliggende trends en bijbehorende gevolgen hebben op de keteninformatievoorziening.
Veranderopgave Migratieketen (EY)
Op 20 mei 2021 heeft EY de Eindrapportage Doorlichting Vreemdelingenketen opgeleverd. Hierin is primair gekeken naar de organisaties die in het asieldomein werkzaam zijn. Dit rapport is aanleiding voor de gezamenlijke veranderopgave migratieketen.
Deze heeft als doel te komen tot “een robuuste en toekomstvaste migratieketen die in staat is om fluctuaties in het asiel- en migratiedomein succesvol op te vangen”. “Hiervoor is het nodig dat de samenwerking binnen de keten wordt gestroomlijnd, er een heldere rolverdeling en sturing is ingericht en de efficiëntie en wendbaarheid van de keten worden vergroot”. En hierbij dient “het gezamenlijk belang, waar nodig, boven dat van de individuele ketenpartner te worden gesteld”. Aldus het plan van aanpak veranderopgave migratieketen ,ref>Ministerie van Justitie en Veiligheid, „Plan van aanpak Veranderopgeve Migratieketen,” Den Haag, 2022.</ref>.
Dit project loopt nog. Uiteindelijk resulteert het, naast de nodige verbetervoorstellen, in een nieuw Ketenplan Migratieketen. Als opvolger van het Ketenplan 2018-2022. Wel al geformuleerd zijn de maatschappelijk opgave voor de migratieketen en (concept-) ketendoelen.
Maatschappelijke Opgave (waarom)
Wij staan voor een zorgvuldige, menswaardige en rechtvaardige behandeling van iedere migrant die naar Nederland komt. Dat je als migrant weet waar je aan toe bent in ons land, binnen de mogelijkheden die er zijn. En dat duidelijk is wat er van je verwacht wordt: als je hier bent en mag blijven, maar ook als je moet vertrekken. We hebben hierbij oog voor de belangen en zorgen van migranten, en van onze samenleving. Dat is wat ons drijft om dag in dag uit met elkaar samen te werken.
Ketendoelen (wat)
Om onze maatschappelijke opgave te realiseren hebben wij een viertal gezamenlijke ketendoelen geformuleerd. In onderstaande doelen wordt geen onderscheid gemaakt tussen regulier en asiel. Het doel over de opvang is beperkt tot migranten die daar recht op hebben.
We zorgen voor een zorgvuldig en rechtvaardig verloop van de procedure: van het toetsen van de identiteit en aanvraag, tot verblijf of vertrek. Wij zijn er samen verantwoordelijk voor om dit binnen de termijnen te realiseren die hiervoor staan.
We zorgen voor eenduidige en heldere informatie over procedures, opvang, verblijf of vertrek en wat dit voor migranten, de keten en de samenleving betekent.
We zorgen voor een menswaardige en veilige opvang voor iedere migrant die hier recht op heeft, ook ter voorbereiding op integratie of terugkeer. Hierbij hebben wij specifieke aandacht voor de meest kwetsbare groepen.
We dragen bij aan de veiligheid van de samenleving en gaan onrechtmatig verblijf en niet-gereguleerde migratie in en naar Nederland tegen.
Deze doelen maken wij meetbaar door middel van indicatoren.
Ontwikkelingen en behoeften bij Ketenpartners
Businessuitdagingen bij de ketenpartners
Hier geven we een synthese van de in 2022 bij de ketenpartners opgehaalde business-uitdagingen, welke relevant zijn voor de ketenarchitectuur. Dit zijn:
uitdagingen op middellange of lange termijn (3-10 jaar of meer);
uitdagingen die voor meerdere ketenpartners en/of de keten relevant zijn;
uitdagingen met impact op de keteninformatievoorziening;
uitdagingen die voldoende significant zijn.
Ad 1. Op moment van schrijven is er een opvangcrisis. Eerder dit jaar was er de instroom van Oekraïense vluchtelingen. Voor deze ketenarchitectuur kijken we op iets langere termijn. Dan is de bijbehorende uitdaging dus het als keten goed kunnen omgaan met schommelingen in instroom qua aantal en aard van de vreemdelingen.
Ad 2. Niet alle ontwikkelingen bij ketenpartners hebben ook impact op de keten. Soms gaat het enkel over de interne bedrijfsprocessen of informatievoorziening. Bijvoorbeeld een personeelstekort bij een bepaalde ketenpartner. Maar wanneer die ketenpartner dit wil oplossen met meer informatie van andere ketenpartners, self-service of robotisering en hiervoor meer en/of andere gegevens uit de keten nodig heeft, kan het wel een relevante ontwikkeling voor de keten zijn.
Ad 3. Niet iedere ontwikkeling die impact heeft op de keten heeft ook impact op de keteninformatievoorziening. Dit is enkel het geval indien de ketenvoorzieningen of de informatiestromen tussen de ketenpartners aangepast dienen te worden. Sommige ontwikkelingen zijn ook nog niet concreet genoeg. Bijvoorbeeld de wens om ‘meer grip op migratie’. Pas wanneer deze concreter is, kan gekeken worden wat de impact is op de keteninformatievoorziening.
Ad 4. Als laatste moet de impact op de keteninformatievoorziening ook nog significant, dwz. groot genoeg, zijn. Een kleine wijziging in gebruik van gegevens heeft weliswaar een impact op de gegevensuitwisseling in de keten. Maar wanneer deze ontwikkeling verder geen structurele impact op de keteninformatievoorziening heeft is deze niet relevant voor de ketenarchitectuur.
De technologische ontwikkelingen bij de verschillende ketenpartners lopen niet zo ver uiteen. Zo zijn de beweging naar modernere koppelvlakken (API’s); Een sterke beweging naar de cloud; hanteren van moderne architectuurparadigma’s en datagedreven werken bij vrijwel alle ketenpartners actueel.
In onderstaande tabel een overzicht van de bij de ketenpartners opgehaalde uitdagingen (links) met daarvan afgeleid de bijbehorende impact op de ketenarchitectuur (rechts).
Business-ontwikkeling
Doel voor keteninformatievoorziening
GenV Verordeningen hebben bij meerdere ketenpartners grote impact
Keteninformatievoorziening goed positioneren binnen Europese context.
Toenemende variatie in aantallen en soorten vreemdelingen maakt dat de keten hier flexibel op moet kunnen inspringen. Ook bv. tgv eventuele andere verantwoordelijkheidsverdelingen in de keten en andere wendbaarheid in het primaire proces
Keteninformatievoorziening moet wendbaar zijn, zodat snel nieuwe soorten gegevens kunnen worden uitgewisseld en ketenvoorzieningen snel kunnen worden aangepast aan nieuwe eisen. Snelheid rondom digitaliseren moet omhoog
De wet open overheid, avg en de bredere trend in het openbaar bestuur voeden ook de roep om meer transparantie naar de vreemdeling.
Vreemdeling inzage geven in informatie en gegevensgebruik in de keten.
Betrouwbare overheid. Met de kinderopvangtoeslag-affaire en o.a. discussies over algoritmes goed inzicht geven in (status van procedures) en genomen besluiten en onderliggende gegevens.
Goede transparantie in proces en adequate archivering en verantwoording over de keten heen.
Toename van de toezichtsdruk op o.a. bescherming persoonsgegevens en informatiebeveiliging
Privacy en informatiebeveiliging in keteninformatievoorziening aantoonbaar gewaarborgd.
Grote toename beschikbare en te gebruiken gegevens. Binnen de keten, maar ook bv. vanuit Europa. Optimaliseren/uitbreiden vreemdelingenbeeld.
(Her)gebruik gegevens makkelijker en sneller maken.
Meer zelfredzaamheid en digitale dienstverlening naar vreemdelingen toe
Samenwerking met andere partners, bv. ikv LVV of inburgeringsketen. Integratie over diverse ketens heen. Voorzieningen als SKDB, BVV en BRP beter met elkaar in lijn brengen.
Standaardisatie in semantiek, koppelvlakken en techniek. Ook over ketens heen.
Betere ondersteuning logistieke proces tussen ketenpartners nodig. Met name bij aanmelden asiel. Ook delen van ‘lijsten’ vreemdelingen. Bv. tbv. regietafels.
Betere manier voor uitwisselen proces- en planningsgegevens nodig
Implementatiekosten en beheerlasten aansluiten op keteninformatievoorziening reduceren
Complexiteitsreductie bij keteninformatievoorziening door goed gedocumenteerde en gestandaardiseerde keten en koppelvlakken.
Gegevens worden breder gebruikt dan proces waarvoor ze ingewonnen worden (datagedreven werken, handhaving,..). Betrouwbaarheid, actualiteit en kwaliteit gegevens omhoog.
Meer ontkoppeling tussen proces en gegevens
Verstoringen mogen geen impact hebben. Ook dreiging door statelijke actoren neemt toe.
Redundantie in ketenvoorzieningen en koppelingen. Digitale weerbaarheid. Geen single-points-of-failure.
Bedrijfsprocessen meer datagedreven inrichten. Behoefte aan meer/betere stuur-, plannings- en verantwoordingsinformatie.
Meer werken op basis van gestructureerde gegevens (ipv documenten)
Operationele druk om meer real-time inzicht in status van een vreemdeling te krijgen
Keteninformatievoorziening inrichten op real-time inzicht (ipv op registreren achteraf)
Diversiteit in levenscyclus processystemen bij ketenpartners
Ontkoppeling in aansluiting ketenpartners en ketenvoorzieningen. Niet de langzaamste ketenpartner bepalend laten zijn
Planmatig veranderingen kunnen doorvoeren. Minimaliseren van technische schuld in de keten om wendbaar te blijven
Sturen met ketenarchitectuur. Regelmatig actualiseren op nieuwe technologieën
In onderstaande tabel staat een overzicht van de belangrijkste ontwikkelingen en impact op de ketenarchitectuur.
Techbnologische ontwikkeling
Impact voor ketenarchitectuur
Veel ketenpartners kijken of zijn bezig met de beweging naar de cloud. Om flexibeler te kunnen op- en afschalen; om beheerlasten te verlagen, of omdat het niet anders kan (standaard pakketten enkel nog in cloudversie beschikbaar).
Systemen draaien niet altijd meer on-premise. Extra aandacht voor beveiliging in keten.
ebXML technologie is verouderd. Moeilijk om deze expertise nog te vinden. Bij vrijwel alle ketenpartners beweging naar moderne koppelvlakken obv (RESTful) API’s.
Moderniseren en standaardiseren uitwisselingsmechanisme in de keten.
Diverse ketenpartners werken aan modernisering/rationalisatie van het applicatielandschap obv. moderne architectuurconcepten, zoals microservices en event-driven architecture. Dit voornamelijk om het landschap modulair en beheersbaar te houden. Een ‘Loosely Coupled’ architectuur is een hierbij behorend doel.
Als keten aansluiten bij concepten als verdiensting en gebeurtenisgedreven werken zodat uitwisseling in de keten aansluit bij manier van werken bij ketenpartners.
Ketenpartners zijn bezig de interne gegevenshuishouding op orde te brengen. Bv. door gegevens te structureren/standaardiseren; en/of door te werken met interne kernregisters en het beschikbaar stellen van gegevens uit de bron (bv. uitfaseren Sigma tonnetjes).
Ketenbrede aandacht voor gegevenhuishouding op orde en gegevensstandaardisatie
Ketenpartners signaleren ook een enorme toename in beschikbare gegevens en kijken naar het bijbehorende datagedreven werken. Dit gaat niet enkel over procesgegevens, maar ook ontwikkelingen rondom IOT leveren veel gegevens op. Ook het toepassen van algoritmen en concepten uit de AI heeft de aandacht. Nadrukkelijk niet voor het nemen van beslissingen, maar meer aan de logistieke en voorspellende kant.
Naast de persoons- of zaakgerichte invalshoek, in de keteninformatievoorziening ook kijken naar beschikbaar stellen data voor datagedreven toepassingen, bv. voor voorspellen en verantwoorden. Gebruik en verantwoorden Algoritmen in de keten moet helder zijn.
Tijd- en plaatsonafhankelijk werken is ook nog een aandachtspunt. Vaak gaat dit ook om het beschikbaar stellen van informatie via mobiele devices.
Meer focus op gestructureerde informatie die snel op te vragen is via ‘lichte’ koppelvlakken.
Thema's
De kern van deze architectuur bestaat uit een set architectuurprincipes. Deze zijn opgesteld om richting te geven aan alle besluiten over de keteninformatievoorziening in de migratieketen en vormen het fundament waarop andere architectuurproducten (bijvoorbeeld de informatiearchitectuur) zich baseren.
Op basis van eerder genoemde kaders en ontwikkelingen, delen we de principes in naar 5 relevante thema’s. Deze geven de belangrijkste thema’s voor de komende jaren aan. Ze verschillen dan ook van de thema’s in de oude BSA uit 2013.
Samengevat zou je kunnen stellen dat deze nieuwe ketenarchitectuur een volgende, natuurlijke stap in de evolutie van de keteninformatievoorziening aangeeft. Van het digitaal gaan werken naar het gestructureerd digitaal gaan werken. Ofwel van het digitaliseren van gegevensstromen naar het standaardiseren en ontsluiten van gegevens.
Klik hier voor de beschrijving van de architectuurprincipes per thema:
Transparantie is een belangrijk thema voor de hele (rijks)overheid. Denk aan de gevolgen van de Kinderopvangtoeslag affaire, De wet Open Overheid, project Informatiehuishouding Rijk en niet te vergeten de AVG. Ook voor de migratieketen is dit een belangrijk thema voor de komende jaren. In navolging van de burger, is het doel om ook de vreemdeling meer inzicht te geven in zijn gegevens en de status van zijn zaken.
Onderstaande figuur toont schematisch de principes bij dit thema (zie de legenda voor uitleg).
Principes onder dit thema
Onder dit thema vallen de volgende principes. Elk principe wordt kort toegelicht in termen van rationale, implicaties en aandachtspunten.
1A
De vreemdeling kan op uniforme digitale wijze de eigen persoonsgegevens in de keten inzien en verzoeken om deze te laten wijzigen
Toelichting
Relevante persoonsgegevens die in de keten vastgelegd en gebruikt worden zijn eenvoudig door de vreemdeling te vinden en over de keten heen op uniforme wijze in te zien. Dit zijn dezelfde gegevens als door de ketenpartners in de processen worden gebruikt.
De toegang tot de eigen persoonsgegevens vloeit voort uit het recht dat de vreemdeling ontleent aan artikel 15 van de AVG. Het is aan de ketenpartner om te bepalen welke persoonsgegevens relevant zijn om actief te ontsluiten naar de vreemdeling en welke opgevraagd moeten worden. Dit beredeneerd vanuit het perspectief van de vreemdeling.
Naast inzage heeft de vreemdeling ook het recht om een goed onderbouwd verzoek te doen om actuele gegevens te laten wijzigen. Dit verzoek moet worden behandeld door de ketenpartner die het gegeven heeft geregistreerd (NB En in het geval van gegevens die uit de BRP komen loopt dit via de desbetreffende gemeente). Tot slot heeft de vreemdeling recht om in te zien wie zijn of haar persoonsgegevens allemaal heeft ingezien en waarvoor.
In sommige situaties (opsporing, gedragsinformatie, etc.) worden er echter persoonsgegevens vastgelegd waarbij het niet opportuun of niet toegestaan (Zeker in de gevallen waarbij aan strafrecht wordt geraakt en de wet politiegegevens (Wpg) of de wet justitiële en strafvorderlijke gegevens (wjsg) van toepassing kan zijn ipv. de Avg) is deze voor inzage ter beschikking te stellen.
Rationale
De vreemdeling staat centraal en moet zijn eigen belangen kunnen behartigen. Dit moet op een eenvoudige manier kunnen. Bovendien komt het recht op de eigen persoonsgegevens voort uit de AVG. Verantwoordelijk voor het (laten) wijzigen van gegevens is de desbetreffende (identificerende) ketenpartner. Vanuit ketenperspectief is het echter van belang dat de keten hierin als een samenhangend geheel optreedt.
Implicaties
De inzagefunctie wordt op uniforme wijze ingericht over de hele keten en dus de diverse ketenpartners heen, vanuit het perspectief van de vreemdeling.
Er is één toegangspunt voor informatie dat niet om kennis van de organisatorische of procesmatige inrichting vraagt.
Naast het inzien van persoonsgegevens bestaat er ook de mogelijkheid om een verzoek in te dienen tot het laten wijzigen van persoonsgegevens en het geven van inzage in wie welke persoonsgegevens heeft gebruikt
Ook de historie van de persoonsgegevens kan relevant zijn (bv. voor oudere procedures) en moet dus ingezien kunnen worden
Er moet een mogelijkheid worden geboden aan vreemdelingen die niet in staat zijn dit op digitale weg te doen. Bijvoorbeeld door gebrek aan digitale vaardigheden, middelen of taalkennis.
Aandachtspunten
1B
De vreemdeling kan op elk moment de eigen procedure(s) en bijhorende status digitaal inzien
Toelichting
De migratieketen bestaat uit meerdere ketenpartners met allemaal hun eigen processen en procedures. Een vreemdeling kan op enig moment met meerdere ketenpartners te maken hebben. De informatievoorzieningen in de keten worden dusdanig ingericht dat de vreemdeling en de gemachtigde(n) te allen tijde kunnen zien in welke procedures de vreemdeling zich bevind en wat hiervan de status is.
Ook dit is een vorm van transparantie naar de vreemdeling. Vreemdelingen, met name diegenen die langere periode in Nederland verblijven, kunnen in een kluwen van processen zitten. Soms sequentieel, soms parallel met ook nog de mogelijkheid van rechtsmiddelen per procedure.
Naast de actuele status dient de vreemdeling ook terug te kunnen kijken naar de proces(stappen) die reeds zijn voltooid.
Rationale
Een overzicht van al deze procedures en bijbehorende status over de ketenpartners heen is essentieel voor de transparantie naar de vreemdeling.
Implicaties
Gelijklopend aan het inzagerecht in de persoonsgegevens, dient er voor het inzien van bij ketenpartners lopende processen en bijbehorende status een uniform mechanisme over de keten heen te worden ingericht
Er worden binnen de keten adequate afspraken gemaakt over hoe om te gaan met processen, zaken, aanvragen, statussen en de onderlinge relaties.
Per proces wordt een vaste set gegevens geregistreerd (bv. Naam, ID, startdatum, status, vreemdeling,..) om zo verschillende processen op uniforme manier te kunnen representeren.
Granulariteit van terug te koppelen statussen en eventuele bijbehorende gegevens bepaalt de ketenpartner zelf.
Er is een binnen de keten een standaard catalogus beschikbaar van alle proces-/zaaktypen en bijbehorende statussen in de keten.
Er ontstaat een integraal beeld dat van groot nut kan zijn voor de keten. Niet alleen voor de vreemdeling
Aandachtspunten
Vreemdelingen hebben vaak niet enkel te maken met de migratieketen, maar vaak ook met de inburgeringsketen en soms met de strafrechtketen. Daar gelden andere regels ten aanzien van openheid over procedures. Voor de vreemdeling is het niet altijd duidelijke waar de ene keten begint en de andere eindigt. Hoe deze ketens mbt. info over de status en procedures op elkaar aansluiten is een punt van aandacht.
Thema 2: Gestroomlijnd Samenwerken
De migratieketen bestaat uit een aantal ketenpartners die elk hun eigen processen en deelprocessen uitvoeren voor de vreemdeling. Denk aan behandelen van een asielaanvraag door de IND; het uitvoeren van het I&R-(deel)proces door de Politie en het opvangen van asielzoekers door de COA. Zeker in de kleine keten, maar ook breder geldt dat deze processen vaak afhankelijk zijn van elkaar. Opvangsoort (POL, COL, AZC) verandert naar gelang de asielprocedure, een uitzetting kan soms pas doorgaan als de uitspraak door de Raad van State is geweest, als het identificatie & registratieproces stokt, dan stokt ook de verdere doorstroom in het asielproces en de opvang.
Het is een uitdaging om voldoende doorstroming (oftewel ‘flow’) in de keten te krijgen, zodat de vreemdelingen zonder opstopping door de verschillende processen ‘stromen’. Zo worden doorlooptijden verkort, gaat de doelmatigheid omhoog en de foutenlast omlaag. Met name in het asielproces, met variabele instroom en soms stokkende uitstroom is dit van belang. Dit is een bekend principe uit de logistiek, waarbij ‘tussenvoorraden’ tussen de verschillende (deel)processen worden voorkomen en er bijvoorbeeld met een “pull-systematiek” (“kanban”) in de keten wordt gewerkt. Met dien verstande dat we het hier wel over mensen hebben en de menselijke maat te allen tijde belangrijk blijft.
Deze ketenarchitectuur gaat echter niet over de bedrijfsvoering van de ketenpartners, maar over de samenwerking in de keten. Daarom kiezen we bij dit thema voor een meer decentrale insteek op basis van het delen van informatie. Deze vorm van regie past beter bij de inrichting en aansturing van de keten met daarin de nadruk op de eigen verantwoordelijkheid van de ketenpartners. Door optimaal gegevens te delen tussen de ketenpartners over de (status van) processen en de vreemdelingen, ook op geaggregeerd niveau, werken we een van de belangrijkste belemmeringen om tot een goede flow in de keten te kunnen komen weg. Op de juiste manier acteren op deze informatie is dan een verantwoordelijkheid van de individuele ketenpartners zelf.
Onderstaande figuur toont schematisch de principes bij dit thema (zie de legenda voor uitleg).
Principes onder dit thema
Onder dit thema vallen de volgende principes. Elk principe wordt kort toegelicht in termen van rationale, implicaties en aandachtspunten.
2A
De benodigde informatie is op het juiste moment beschikbaar
Toelichting
Door adequaat gegevens te delen tussen ketenpartners, zorgen we dat de juiste gegevens op het juiste moment beschikbaar zijn en werken we één van de belangrijkste belemmeringen voor het gestroomlijnd kunnen samenwerken weg. Met ‘benodigd’ wordt bedoeld dat de op te vragen gegevens (aantoonbaar) benodigd zijn in het vragende proces; dat hiervoor doelbinding is vanuit het opvragende proces en dat er niet teveel en geen overbodige gegevens opgevraagd worden (dataminimalisatie). Met ‘het juiste moment’ wordt bedoeld dat de gegevens direct wanneer nodig opgevraagd kunnen worden bij een andere ketenpartner of ketenvoorziening. Dit stelt enerzijds eisen aan het mechanisme om gegevens uit te kunnen wisselen, maar vereist anderzijds ook een bredere verandering in de samenwerking, waarbij we in de keten toewerken naar gegevensdeling ‘by design’. Dit betekent dat we bij het realiseren van de opslag van relevante gegevens voor eigen gebruik direct al rekening houden met het toekomstig kunnen delen hiervan. Door deze gegevens goed te standaardiseren en beschrijven, zodat ze middels een catalogus naar de keten gepubliceerd kunnen worden, wordt de drempel voor het hergebruik van gegevens door andere ketenpartners binnen de keten (mits deze beschikken over de juiste doelbinding) verlaagd.
Rationale
Door informatie over de vreemdelingen en op de koppelvlakken over de processen bij de andere ketenpartners adequaat met elkaar te delen, werken we belemmeringen weg en stellen we alle ketenpartners in staat om zo efficiënt en effectief het werk te kunnen voorspellen, inplannen en uitvoeren. Het delen van gegevens tussen ketenpartners blijft een vraag-antwoord dialoog. (Dit is vergelijkbaar met wat er momenteel overheidsbreed wordt uitgewerkt en beproefd in het Federatief Datastelsel. Bedoeling van dit principe is deze dialoog zoveel mogelijk te faciliteren. Dit enerzijds door te zorgen dat de vragende partij niet teveel vraagt en al aangeeft op basis van welke grondslag de gegevens worden opgevraagd. En anderzijds dat de aanbiedende partij in veel gevallen al rekening heeft gehouden met het kunnen delen ervan.
Implicaties
Het bestaan van de verschillende soorten gegevens in de keten is bekend en het is duidelijk wie waarvoor verantwoordelijk is.
Het is duidelijk (bijvoorbeeld dmv. een stelsel van verbonden catalogi) welke gegevens binnen de keten waar (bij welke ketenpartner) beschikbaar zijn.
Er is een generiek mechanisme om gegevens bij andere ketenpartners op te vragen. Hier door kan het gebruik van nieuwe gegevens met minimale menselijke tussenkomst gerealiseerd worden.
Er is een mechanisme beschikbaar om per (soort) gegevensdeling de doelbinding te kunnen vastleggen en controleren
De keten maakt enkele nadere afspraken zodat het opvragen van gegevens op uniforme wijze kan verlopen en het antwoord voorspelbaar is.
Aandachtspunten
De term “vreemdelingenbeeld” (zie ook BSA5) hebben we in dit principe laten vervallen. Dat ging als begrip een eigen leven leiden en werd soms een doel op zich; niet een middel. Doel is (medewerkers) bij ketenpartners adequaat te informeren zodat zij hun werk goed kunnen uitvoeren. Bovendien is het delen van gegevens middels één generiek vreemdelingenbeeld niet meer in lijn met eisen rondom privacy-by-design.
Het gaat in dit principe (in aanvulling op principe 1B) ook deels over (proces)informatie die niet zomaar voor de vreemdeling beschikbaar is, maar bijvoorbeeld voor het plannen of voorspellen van processen.
2B
Het beheersen van de wederzijdse afhankelijkheid is een gezamenlijke plicht
Toelichting
Hoewel de migratieketen een ingeburgerd begrip is, zijn we een netwerk van onafhankelijke organisaties, elk verantwoordelijk voor hun eigen taken, doelen en bedrijfsprocessen. Wel werken we samen “in de keten”, maar het grootste deel van de verantwoordelijkheden, zo niet alle, ligt bij een aanwijsbare individuele organisaties. De keten levert ook geen diensten aan de vreemdeling. Dat doen de individuele ketenpartners.
Maar ook wanneer twee of meer ketenpartners samenwerken in een bedrijfsproces, betekent dat niet dat er een gedeelde verantwoordelijkheid is. Er altijd een aanwijsbare verantwoordelijke voor elk bedrijfsproces.
Het is wel de gezamenlijke verantwoordelijkheid van alle ketenpartners om goede afspraken te maken over de onderlinge afhankelijkheden tussen de bedrijfsprocessen. Hierbij moet worden gestreefd naar ‘minimale’, maar goed gedefinieerde wederzijdse afhankelijkheden, op basis van vooraf gestandaardiseerde diensten of gebeurtenissen. De bijdrage van de andere ketenpartner aan een bedrijfsproces kan bijvoorbeeld worden beschouwd en aangestuurd als het afnemen van een dienst. Of een gebeurtenis uit het een bedrijfsproces vormt een trigger voor een ander bedrijfsproces.
Hierdoor neemt de wendbaarheid en robuustheid van de keten toe.
Rationale
Implicaties
De bedrijfsprocessen in de keten en hun verantwoordelijken zijn (op hoog niveau) in beeld
De afhankelijkheden tussen deze processen zijn in kaart en getypeerd
Er is een conceptueel kader beschikbaar voor het analyseren van processen en het typeren van hun afhankelijkheden
Er is een ketenbrede catalogus met gebeurtenissen (incl. proces/organisatie waaruit ze kunnen ontstaan) beschikbaar
Interactie tussen/ontkoppeling van bedrijfsprocessen vindt plaats op basis van het leveren van diensten, vooraf gedefinieerde gebeurtenissen en het delen van gegevens.
Ketenpartners kunnen zich abonneren op notificaties over gebeurtenissen van een bepaald type dmv. een centrale voorziening
Aandachtspunten
2C
De keteninformatievoorziening is robuust
Toelichting
In een keten waarbij partijen samenwerken, kan een verstoring in een ketenvoorziening of in de informatieverstrekking door een ketenpartner een grote impact hebben op de andere partners in de keten. Dit kan nooit helemaal voorkomen worden. We moeten in de migratieketen echter proberen te voorkomen dat een verstoring in een ketenvoorziening of bij één bepaalde ketenpartner of ketenvoorziening impact heeft op alle ketenpartners en daarmee de hele keten stil legt.
Het is dus nodig dit aspect mee te nemen in het ontwerp en inrichting van ketenvoorzieningen en informatie-uitwisselingen in de keten. Hierdoor zorgen we voor een robuuste keteninformatievoorziening.
Rationale
Voor ketens geldt dat deze zo sterk zijn als de zwakste schakel. In een keten waarbij we steeds meer gaan samenwerken, bijvoorbeeld door het gebruiken van elkaars informatie, is het dus zaak om iedere schakel zo sterk mogelijk te maken. En de keten zo in te richten dat deze grotendeels kan blijven functioneren als er een schakel tijdelijk wegvalt.
Implicaties
Bij wijzigingen in de ketenvoorzieningen wordt naar continuïteit en robuustheid gekeken
Bij gelijke geschiktheid hebben decentrale oplossingen de voorkeur boven centrale (single-point-of-failure) oplossingen
Er wordt nagedacht over technische voorzieningen om de wederzijdse afhankelijkheid te minimaliseren
Business Continuity Management (BCM) is onderwerp van gesprek in de keten
Aandachtspunten
Dit principe staat bewust op gespannen voet met enkele andere principes rondom samenwerken in de keten. Hierdoor wordt de wederzijdse afhankelijkheid tussen de ketenpartners eerder vergroot. Hierbij moet echter naar (technische) manieren worden gezocht om deze afhankelijkheid beheersbaar te houden, waarbij op functioneel niveau volgens bovenstaande principes gewerkt blijft worden.
2D
De keten meet wat nodig is voor sturing over de keten
Toelichting
Dit principe geeft aan dat er informatie vergaard en geaggregeerd wordt ten behoeve van de tactische- en strategische stuurinformatie voor de keten. Dit kent meerdere vormen. Het doel is de informatievoorziening ten behoeve van ketenbrede vraagstukken. Ketenpartners kunnen deze informatie ook gebruiken voor de sturing op de eigen bedrijfsprocessen.
Deze managementinformatie moet worden gegenereerd op basis van de gegevens uit de bronsystemen. Dit kan enerzijds in de vorm van enkele voorgedefiniëerde informatieproducten (op basis van de behoefte) en anderzijds door een omgeving met geanonimiseerde informatie (datawarehouse) waarmee maatwerk rapportages gemaakt kunnen worden.
Het is van belang dat de informatieproducten worden gemaakt op basis van gegevens die uit de bron betrokken worden, met zo weinig mogelijk, transparante bewerkingsslagen er tussen.
Ook voor het data warehouse is het werken volgens de geest van het principe ‘data bij de bron’ belangrijk; dwz. dat het warehouse word ingericht en gebruikt als ‘middel’ om de brongegevens te ontsluiten.
Omwille van privacy is sturingsinformatie niet herleidbaar naar natuurlijke personen. Tevens is het niet het doel om deze data in te zetten voor operationele doeleinden.
Rationale
De Directie Regie Migratieketen van het Ministerie van Justitie en Veiligheid voert de regie over de migratieketen. Dit doet ze in een samenwerkingsverband met ketenpartners (dit is georganiseerd in de Analyse proeftuin Migratieketen (APM) via een hub-en-spoke model). Daarbij heeft deze een verantwoordelijkheid over de werking van de hele keten. Om deze sturing te faciliteren is informatie nodig; enerzijds in de vorm van vooraf gedefinieerde informatieproducten; anderzijds in de vorm van een omgeving om maatwerk rapportages te kunnen maken.
Implicaties
Er is een samenwerkingsverband tussen DRM en ketenpartners voor het definiëren en maken van managementrapportages
Er is een omgeving ingericht om informatieproducten te kunnen maken en definiëren op basis van gegevens uit de bronsystemen
Ketenpartners zijn in staat de benodigde gegevens vanuit de bronsystemen te leveren
Er is overeenstemming over een (standaard) set informatieproducten tbv. de sturing van de keten
Er is een datawarehouse-omgeving om zelf maatwerkanalyses en –rapportages te kunnen maken
De geest van gegevens bij de bron blijft behouden. Dwz. gegevens in het datawarehouse blijven altijd gerelateerd aan de brongegevens en gaan dus geen eigen leven leiden.
Gegevens in informatieproducten en het datawarehouse worden zoveel als mogelijk geanonimiseerd, zodat ze niet herleidbaar zijn naar natuurlijke personen
Aandachtspunten
Datakwaliteit in de keten is van groot belang om de stuurinformatie waarde te geven.
Thema 3: Klaar voor Europese Samenwerking
De “migratieketen” is gedefinieerd als een samenwerkingsverband van ketenpartners dat taken uitvoert in het kader van de vreemdelingenwet 2000. Deze nationale juridische kaders staan niet op zich, maar zijn en worden in toenemende mate onderdeel van een groter Europees stelsel met juridische kaders. Europese verordeningen en afspraken op het gebied van asiel, migratie en grenzen (en de doorwerking ervan in nationale wetgeving) worden steeds belangrijker. Denk aan het Migratiepact of de verordeningen onder Grenzen en Veiligheid (die verwerkt worden in de invoeringswet grenzen en veiligheid).
Dit heeft ook impact op de ketensamenwerking. De migratieketen is geen eiland op zich, maar staat steeds meer in verbinding met Europese systemen en Europese partners, meestal via Europese standaarden. Interoperabiliteit met Europa is dan ook een belangrijk thema voor de migratieketen in de komende jaren.
In het European Interoperability framework (EIF) zijn er 4 niveaus van interoperabiliteit: legal, organisational, semantic en technical interoperability. In deze ketenarchitectuur richten we ons met name op de semantische en technische interoperabiliteit met Europese standaarden en voorzieningen.
Onderstaande figuur toont schematisch de principes bij dit thema (zie de legenda voor uitleg).
Principes onder dit thema
Onder dit thema vallen de volgende principes. Elk principe wordt kort toegelicht in termen van rationale, implicaties en aandachtspunten.
3A
De keteninformatievoorziening wordt ontwikkeld in lijn met het breder Europees geheel
Toelichting
De keteninformatievoorziening staat niet op zich, maar maakt deel uit van een breder Europees stelsel. Door dit Europese perspectief als uitgangspunt te nemen wordt samenwerking in Europa eenvoudiger en kost het implementeren van nieuwe wijzigingen minder inspanning.
Dit betekent niet dat we alles kunnen of willen overnemen. Soms is koppelen door te ontkoppelen ook een goede strategie. Europa gaat bijvoorbeeld anders om met Identiteiten dan Nederland (Europa kent geen leidende identiteit).
Rationale
Als de keten steeds meer deel gaat uitmaken van een breder Europees stelsel; dan geldt dit dus ook voor de keteninformatievoorziening. Door het Europese perspectief integraal mee te nemen bij het ontwerp en de doorontwikkeling van de ketenvoorzieningen, zijn we beter in staat om aan te sluiten op Europese voorzieningen en partners en wordt het implementeren van toekomstige wijzigingen makkelijker. Zo worden we intereuroperabel (interoperabel in Europees verband). Ook werkt dit principe als drijfveer voor verbetering. Hoe beter de Nederlandse keteninformatievoorziening op orde is, hoe makkelijker het aansluiten op Europese voorzieningen en regelgeving wordt.
Implicaties
Op gegevens die in Europese registraties worden geregistreerd, wordt het principe ‘halen bij de bron’ maximaal toegepast. We leggen hiervan geen schaduwkopieën vast.
Europese standaarden (semantisch, technisch) genieten, indien mogelijk, de voorkeur boven nationale standaarden (maar dit betekent niet dat we automatisch alle Europese standaarden volgen)
Gegevens in Nederlandse registraties zijn, indien van toepassing, op een eenduidige manier gerelateerd aan Europese gegevens
Voor de gebruiker van de ketensystemen is er geen onnodig onderscheid tussen gegevens die uit een Nederlandse of Europese registratie komen.
Aandachtspunten
Uiteraard moet dit principe geleidelijk geïmplementeerd worden. Bij nieuwe ontwikkelingen of grote aanpassingen kijken naar het Europese perspectief. Bij geen of kleine wijzigingen zal het niet nuttig zijn bestaande ketenstandaarden te vervangen.
Er zijn nog altijd groepen vreemdelingen die wij wel kennen, maar die niet in een Europees systeem zijn opgenomen (bv EU-burgers)
3B
De keten sluit gestandaardiseerd aan op de Europese voorzieningen
Toelichting
Als keten sluiten we vanuit diverse bedrijfsprocessen bij de ketenpartners aan op Europese voorzieningen of andere landen. Het aansluiten via één centraal punt met helder gedefinieerde koppelvlakken is efficiënter qua tijd en kosten voor de gehele migratieketen en biedt andere voordelen door het centraliseren van transformatie, orkestratie en validatiefuncties.
Ook at design-time, dwz. bij het opstellen van de specificaties en het implementeren van de voorzieningen participeren we als keten gecoördineerd en gestandaardiseerd: we spreken met één stem richting Europa en we sluiten op één manier aan.
Rationale
Als we richting Europa met één mond spreken, staan we sterker. Door gestandaardiseerd aan te sluiten voorkomen we dat iedere ketenpartner zelf de Europese standaarden gaat interpreteren.
Implicaties
Er is een partij die namens de keten regie voert op de Europese ontwikkelingen en voorzieningen
De nodige governance hiervoor is ingericht
Er is één punt (loketvoorziening) om vanuit de keten te koppelen met Europa.
Op de loketvoorziening kan vertaling en/of verrijking van de Europese berichten plaatsvinden.
Het koppelvlak op deze loketvoorziening zal door alle ketenpartners moeten worden gebruikt en is de facto de Nederlandse standaard voor communicatie met de Europese systemen (maar hier geldt ook principe 3A: bij gelijke geschiktheid heeft de Europese standaard de voorkeur).
Aandachtspunten
Het is wel nodig om de eigen keten te beschermen tegen vertragingen en misvattingen die voortvloeien uit de complexe Europese samenwerking. Daarom moeten de interfaces met Europa kunnen omgaan met zulke eventualiteiten.
3C
De keten heeft het adaptief vermogen om in te spelen op (Europese) veranderingen
Toelichting
Flexibiliteit, wendbaarheid, adaptief vermogen: allemaal termen om aan te geven dat de keteninformatievoorziening voorbereid moet zijn op wijzigingen in processen, standaarden of systemen uit Europa.
Dit kan in de vorm van nieuwe verordeningen of nieuwe EU-databases, maar ook bv. door nieuwe bilaterale gegevensuitwisselingen in lidstaten. Of een ander gebruik van bestaande systemen of uitwisselingen voor een nieuwe beleidsprioriteit.
Uiteraard is het onmogelijk om op alles voorbereid zijn. Het is echter wel mogelijk om systemen zo te ontwerpen dat aanpassingen makkelijk gedaan kunnen worden (‘build for change’) en te zorgen dat ketensystemen actief onderhouden worden zodat dat wijzigingen vlot kunnen worden doorgevoerd, en niet eerst nog een technische schuld weggewerkt moet worden.
Hoewel dit de afgelopen jaren met name relevant is geworden in relatie tot de Europese ontwikkelingen is dit eveneens relevant voor wijzigingen die vanuit andere hoeken op de migratieketen af komen, denk hierbij aan onder andere de Nederlandse politiek en rechtspraak.
Rationale
Adaptief vermogen helpt om problemen te voorkomen die ontstaan door onverwachte wendingen in de wereld en de EU in het bijzonder.
Implicaties
De keteninformatievoorziening (en systemen van ketenpartners) worden ontworpen met zelfstandige componenten die een deel van de informatievoorziening ondersteunen in plaats van enkele monolieten
Interfaces tussen deze componenten worden goed gedocumenteerd met standaard servicecontracten en protocollen.
Proces en businesslogica wordt waar mogelijk gescheiden van de vastlegging van gegevens
Keteninformatiesystemen worden actief onderhouden, zodat er geen sprake is van een remmende technische schuld bij het implementeren van nieuwe wijzigingen
Aandachtspunten
Thema 4: Van Keten naar informatieplatform
In de migratieketen wordt keteninformatievoorziening nog vaak benaderd als het automatiseren van een keten, een stroom van (papieren documenten met) gegevens die van de ene naar de andere ketenpartner gestuurd moesten worden.
Nu het digitaliseren van de bestaande papieren stromen wel min of meer bereikt is, is het tijd voor een volgende stap, waarin de keteninformatievoorziening (dwz. de ketenvoorzieningen en de informatieuitwisselingen) van de keten meer het karakter krijgt van een virtueel informatieplatform dat (gegevens)diensten biedt die ketenpartners kunnen gebruiken in het realiseren van de eigen processen, diensten en systemen. Door gebruik te maken van de diensten van dit virtuele informatieplatform, kunnen ketenpartners sneller en makkelijker systemen en processen realiseren.
Hierbij bedoelen we nadrukkelijk niet één technisch platform voor alle ketenpartners, maar een virtuele verzameling van gegevensdiensten die door de ketenvoorzieningen, ketenpartners en derden worden aangeboden. Door gebruik van moderne uitwisselingsstandaarden, maakt het niet meer uit waar de diensten gerealiseerd worden om ze gezamenlijk te kunnen gebruiken. Ook standaarden en voorzieningen op overheidsniveau bieden functies en standaarden die hergebruikt kunnen worden. Zie de standaardenlijst van het forum standaardisatie of de Generieke Digitale Infrastructuur (GDI).
Vanuit het perspectief van een ketenpartner verschuift het paradigma van de keteninformatievoorziening hiermee van het verplicht aansluiten op ketenvoorzieningen naar het verzamelen en aanbieden van functionaliteit en gegevens om op door te bouwen. Door als ketenpartner volgens dit paradigma te werken en daarmee gebruik te maken van generieke en elkaars gegevens, wordt ook, min of meer vanzelf, de samenwerking in de keten verbeterd.
De aandacht in de ketensamenwerking verschuift als gevolg van dit thema van het digitaliseren van gegevensstromen (per interactie gegevensstromen analyseren en digitaliseren) naar het standaardiseren van gegevens (proactief gegevens definiëren/standaardiseren en beschikbaar stellen aan ketenpartners).
Het doel ‘kostenefficiënte keteninformatisering’ heeft een andere kleur. Heel belangrijk, maar wellicht zo voor de hand liggend dat het niet rechtstreeks uit de gesprekken naar voren is gekomen.
Onderstaande figuur toont schematisch de principes bij dit thema (zie de legenda voor uitleg).
Principes onder dit thema
Onder dit thema vallen de volgende principes. Elk principe wordt kort toegelicht in termen van rationale, implicaties en aandachtspunten.
4A
De keten maakt optimaal gebruik van overheidsbrede afspraken, standaarden en voorzieningen
Toelichting
De migratieketen is geen eiland, maar speelt een rol in een breder netwerk van (overheids)partijen. Diverse partners uit de migratieketen maken deel uit van één of meerdere andere ketens. Binnen en buiten het justitiedomein. Daarom is het van belang dat overheidsbrede afspraken, standaarden en voorzieningen optimaal door de keten en de ketenpartners hierin hergebruikt worden. Deze afspraken, standaarden en voorzieningen zijn er niet voor niets. Het scheelt eigen beheer en verhoogt de interoperabiliteit buiten de keten en het vereenvoudigt het overleg tussen ketenpartners.
Rationale
Volgens het subsidiariteitsbeginsel worden er enkel zaken op keten- of rijks- of overheidsbreed niveau geregeld als dit niet doelmatig ook op het niveau van de individuele organisatie, keten of rijksniveau geregeld kan worden. We kunnen er dus van uitgaan dat de overheidsbrede en andere ketenoverstijgende afspraken, standaarden en voorzieningen (in die volgorde) weloverwogen zijn gekozen. Het is daarom ook logisch om ze te gebruiken.
Implicaties
De lijst met GDI-voorzieningen, standaardenlijst van forum standaardisatie en verdere overheidsbrede afspraken (zie NORA Online) worden in de migratieketen toepast volgens het comply-or-explain principe. Voorbeeld: digikoppeling, landelijke API-strategie, Mijnoverheid berichtenbox, eHerkenning, Diginetwerk,…
We gebruiken zoveel mogelijk breed aanvaarde open standaarden.
Aandachtspunten
4B
De keten maakt afspraken over de levenscyclus van de keteninformatisering
Toelichting
De door de ketenvoorzieningen aan ketenpartners aangeboden diensten vormen een soort menukaart die een ketenpartner op eigen tempo kan gebruiken in de eigen processen en systemen. Dit in eigen tempo kunnen aansluiten op de ketenvoorzieningen wordt ook gezien als één van de grootste succesfactoren in de huidige migratieketen.
Eigen tempo is echter niet onbeperkt. Te lang wachten met migreren naar een nieuwe standaard of gebruik maken van nieuwe complexiteit vergroot de beheerlast voor de rest van de keten en de ketenvoorzieningen en hindert het adaptief vermogen. Uitgangspunt voor koppelvlakken is dus dat maximaal de huidige + de vorige versie (n-1) worden ondersteund. Dat er een termijn voor de ondersteuning van versie (n-1) wordt afgesproken. En dat ketenpartners bij het herzien van koppelingen of grote wijzigingen aan het systeem migreren naar de actuele versie.
Rationale
Ketenpartners moeten onafhankelijk van elkaar, in eigen tempo, bv op eigen natuurlijke momenten, kunnen migreren naar nieuwe (versies van) ketenvoorzieningen of koppelingen. Om als keten wendbaar te blijven en de beheerlast te verkleinen, is het echter essentieel dat er gezamenlijk afspraken worden gemaakt (en nagekomen!) over de levenscyclus van ketenvoorzieningen en koppelingen en over migratietermijnen door de ketenpartners.
Implicaties
Afspraken over nieuwe functionaliteit en gegevens worden in gezamenlijkheid gemaakt
Wanneer het in gebruik nemen (en/of uitfaseren) van functionaliteit of gegevens door alle ketenpartners van belang is voor de keten, dan wordt dit duidelijk gemarkeerd en wordt er in gezamenlijkheid een tijdspad afgesproken
Er is een goede versioneringsstrategie binnen de keten afgesproken
Er wordt regelmatig gemonitord op het halen van de afgesproken (of eventueel expliciet bijgestelde) tijdspaden en ketenpartners worden hierop aangesproken
Het is tijdig duidelijk welke wijzigingen er een komende periode aan zitten te komen, zodat de ketenpartners voldoende tijd hebben om dit in de jaarplannen op te nemen.
Aandachtspunten
4C
De ketenvoorzieningen zijn modulair opgebouwd en hun rol en functie is duidelijk
Toelichting
In de keten is het noodzakelijk om te weten welke functionaliteit en diensten door de ketenvoorzieningen geboden wordt. Tevens is het belangrijk dat deze voorzieningen goed zijn afgebakend, met helder doel en functie en scherp gedefinieerde koppelvlakken. Dit om te voorkomen dat de verschillende componenten te afhankelijk van elkaar worden en niet meer los aangepast of vervangen kunnen worden.
Rationale
Componenten moeten los van elkaar gebruikt kunnen worden in meerdere processen. Dit bevordert flexibiliteit, hergebruik en makkelijker onderhoud.
Implicaties
Ketenvoorzieningen worden beschreven in componenten en diensten en doel en functie wordt gedefinieerd en vastgesteld
Dit geldt ook voor de gegevensgroepen die door een voorziening worden bijgehouden/ontsloten
Diensten die door de ketenvoorzieningen worden aangeboden zijn beschikbaar via een catalogus
Koppelvlakken tussen de componenten zijn in een servicecontract goed gedefinieerd
Componenten en diensten vertonen geen overlap in hun definitiegebied.
Aandachtspunten
4D
De keten hanteert een standaard uitwisselingsmechanisme
Toelichting
Gebruik van gegevens en functionaliteit in de keten geschiedt door een standaard uitwisselingsmechanisme en bijbehorende technologie. Bedoeld wordt een standaard uitwisselingsmechanisme in de breedste zin dus inclusief standaard mechanismes rondom de berichtuitwisseling, zoals authenticatie, reliable messaging..
Dit standaard uitwisselingsmechanisme moet kunnen werken met actuele gegevens direct uit de bron.
Rationale
Streven naar één functionele en technische standaard voor uitwisseling van gegevens en functionaliteit uit de keten heeft het voordeel van de duidelijkheid. Daarnaast wordt het voor ontwikkelaars bij ketenpartners makkelijker om de gegevens en diensten van de keten te gebruiken door herhaalbaarheid, herkenbaarheid en ondersteuning door standaard producten
Implicaties
De keten maakt gebruik van een uitwisselstandaard die staat op de lijst met Open Standaarden van het Forum Standaardisatie
Er moet worden gekozen voor één implementatievorm. Eind 2021 is hierover door het DKI al besloten tot een keuze voor RESTful API’s.
Service-georiënteerde architectuurprincipes moeten worden nageleefd.
De implementatie van de standaard + aanvullende mechanismes is zoveel mogelijk gestandaardiseerd en beschreven
Er is binnen de keten een standaard manier beschikbaar om asynchrone communicatie te realiseren mbv. synchrone RESTful API’s.
De diensten die door de ketenvoorzieningen worden aangeboden zijn gespecificeerd in een open-api-specificatie (OAS) of vergelijkbaare standaard
Alle diensten van de ketenvoorzieningen zijn opgenomen in een voor alle doelgroepen gebruiksvriendelijke dienstencatalogus
Aandachtspunten
Thema 5: Gegevenshuishouding van de keten op orde
Samenwerken in de keten doen we primair langs de lijn van het uitwisselen van informatie, dwz. betekenisvolle gegevens. Het is belangrijk dat de basis hiervoor, een goede gegevenshuishouding, binnen de keten op orde is. Hierdoor is het duidelijk wie verantwoordelijk is voor welke gegevens; waar deze te halen zijn en wat de betekenis van deze gegevens is. De betekenis van de gegevens voor de andere ketenpartners is hiermee ook duidelijk en er kan dus worden gesproken over het delen van informatie.
Onderstaande figuur toont schematisch de principes bij dit thema (zie de legenda voor uitleg).
Principes onder dit thema
Onder dit thema vallen de volgende principes. Elk principe wordt kort toegelicht in termen van rationale, implicaties en aandachtspunten.
5A
De keten werkt met een uniform begrippenkader
Toelichting
Gegevens ontstaan in de context van een bedrijfsproces. Om hergebruik in de keten te bevorderen is het echter noodzakelijk dat deze gegevens gebruikt kunnen worden in andere bedrijfsprocessen, bij andere ketenpartners, dwz. in een heel andere context. Het is daarom noodzakelijk dat deze gegevens ‘as-is’ te gebruiken en begrijpen zijn. De betekenis dient dus op basis van de gegevens en het bijbehorende begrippenkader eenduidig te zijn. Uitgangspunt is proces-IT onafhankelijkheid van de ketenautomatisering.
Een uniform begrippenkader over de keten heen is hiervoor onontbeerlijk. Dit gaat verder dan een woordenlijst van de belangrijkste begrippen: ook de relaties tussen de begrippen moeten worden beschreven. Dit moet op verschillende lagen: van een conceptueel model op het hoogste niveau, waarmee mensen uit de business elkaar begrijpen tot fysieke gegevensmodellen, waaraan in iedere gegevensuitwisseling gerefereerd kan worden. Dit principe gaat over het geheel van deze modellen. Een effectief begrippenkader ontstaat alleen als aandacht is besteed aan de modellen op al deze niveaus.
Daarnaast is het essentieel dat er in de gegevensuitwisseling en systeemontwikkeling ook daadwerkelijk actief gebruik gemaakt wordt van dit uniforme begrippenkader.
Rationale
Het uniform begrippenkader is essentieel om zorg te dragen dat iedereen wet- en regelgeving gelijk interpreteert en toepast en gegevens die uitgewisseld worden op de juiste wijze interpreteert. Daar waar in de keten wordt samengewerkt moet voorkomen worden dat door miscommunicatie verkeerd gehandeld wordt.
Implicaties
Gegevens zijn voorzien van een duidelijke definitie (en positie in een onderliggend model) en krijgen hierdoor context
De gegevens zijn, waar van toepassing, voorzien van de juiste juridische grondslag
Er is op elk niveau, van conceptueel tot fysiek, een model beschikbaar dat de (kern)gegevens uit de migratieketen beschrijft en aan elkaar relateert
Specifiek is er op conceptueel niveau een door alle ketenpartners vastgesteld informatiemodel dat als basis fungeert voor alle voorzieningen en samenwerking in de keten.
Gegevenswoordenboek, conceptuele modellen en afgeleiden zijn gebaseerd op het Metamodel Informatiemodellering (MIM)
Gegevensstandaardisatie (dwz. op zoveel mogelijk plaatsen het exact zelfde begrip gebruiken, en geen variaties hiervan) is essentieel voor het gebruik en de invoer van het uniforme begrippenkader.
De beheersprocessen om dit goed te regelen, incl. een wijzigingsproces, dienen te worden ingericht.
Voor een effectieve communicatie hebben ketenpartijen hebben hun eigen interne begrippenkaders afgestemd met het uniforme begrippenkader in de vreemdelingenketen.
Aandachtspunten
5B
Elk gegeven heeft een verantwoordelijke
Toelichting
Elk gegeven wordt geregistreerd door een ketenpartner van de keten. In principe diegene die een gegeven geregistreerd heeft de eigenaar van en verantwoordelijke voor dat gegeven en dus ook de enige organisatie die het mag aanpassen dan wel verwijderen. Is er twijfel aan de juistheid van een gegeven, dan moet er worden teruggemeld aan de eigenaar.
Uitzondering in de migratieketen zijn wellicht de identiteitsgegevens van een vreemdeling in de BVV. Zie aandachtspunt en verdere uitwerking in Informatiearchitectuur.
Verantwoordelijkheid voor een gegeven verandert niet wanneer het door een andere ketenpartner wordt gebruikt. Ook niet wanneer er op een gegeven is teruggemeld en wanneer het is gewijzigd. Soms is er echter sprake van een waarneming van een nieuw feit en dus een nieuw gegeven.
Een gegeven staat niet op zichzelf, maar is onderdeel van een administratie/registratie. Het is belangrijk om altijd te weten uit welke registratie een gegeven afkomstig is. En hoe de verantwoordelijkheden rondom die registratie zijn belegd. Dan zijn de verantwoordelijkheden voor het gegeven helder.
Rationale
Als er niemand verantwoordelijk is voor een gegeven, is er ook niemand verantwoordelijk voor de kwaliteit ervan. Dit gaat ook op in het geval van een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Heldere verantwoordelijkheden voor gegevens zijn dus essentieel. Dit is in lijn met diverse bronnen rondom gegevensmanagement.
Implicaties
Ieder gegeven wordt beschreven aan de hand van meta-informatie waaruit te achterhalen is uit welke registratie het gegeven komt en wie de bronhouder en dus verantwoordelijk is voor het gegeven
Er is een kader voor de verschillende soorten gegevens binnen de migratieketen beschikbaar dat is gebaseerd op de landelijke en internationale afspraken en standaarden, bv. het NORA katern gegevensmanagement of DMBOK.
Er zijn ketenbrede afspraken over datakwaliteit gemaakt en deze worden geborgd
Er is een binnen de keten afgesproken uniform begrippenkader over eigenaarschap, verantwoordelijkheid en verwerkingsverantwoordelijkheid van gegevens en registraties beschikbaar
Ketenpartners zijn zelf verantwoordelijk voor de datakwaliteit, het gegevensmanagement en de archivering van de gegevens waarvan zij bronhouder zijn. Ketenbrede afstemming (synchroon schonen) is wel noodzakelijk.
Er is een terugmeldvoorziening waarmee gebruikers van de informatie zich kunnen melden als er gegronde twijfel is over de correctheid van een gegeven.
De eigenaar heeft een onderzoeksplicht indien er gegronde twijfel bestaat dat een gegeven niet juist is.
Gegevens over de identiteit van de vreemdeling worden (deels) bijgehouden in de Basisregistratie vreemdelingen, de BVV. Van deze registratie is DRM/KV de beheerder en verstrekker. De ketenpartners zijn bronhouder. Het is van elk individueel gegeven echter duidelijk wie de eigenaar is.
Aandachtspunten
De rollen eigenaar/bronhouder etc. hebben nog wat verdere uitwerking nodig; bv. in de informatiearchitectuur (dit is al een implicatie)
Een bijzondere categorie gegevens zijn identiteitsgegevens over de vreemdeling. Deze worden vooraan in het proces ingewonnen. Maar later door andere ketenpartners mogelijk gewijzigd/verrijkt/.. Afspraken hierrond zijn (grotendeels) vastgelegd in het Protocol Identificatie en Labeling (PIL). De begrippen eigenaarschap en verantwoordelijkheid krijgen voor deze groep gegevens een iets andere betekenis. Dit moet in de informatiearchitectuur verder uitgewerkt worden.
5C
De keten werkt op basis van gestructureerde gegevens direct uit de bron
Toelichting
In de keten werken we met actuele gegevens die direct uit de bron worden opgehaald (pull principe). Tenzij expliciet anders aangegeven (bv. bij het opvragen van historische gegevens), mag er vanuit worden gegaan dat alle gegevens actueel zijn. Gegevens die worden uitgewisseld zijn ook altijd gestructueerd; dwz. goed gedefinieerd (zie principe 5A) en getypeerd.
De ketenpartner die een gegeven nodig heeft is verantwoordelijk voor het ophalen van het gegeven.
Rationale
Werken met niet actuele gegevens en kopieën van gegevens brengt risico’s met zich mee op gebied van actualiteit en betrouwbaarheid van een gegeven. Daarom werken we in de keten met gegevens direct uit de bron en vermijden we het gebruik van schaduwkopieën.
Implicaties
Gegevens die in de keten beschikbaar worden gesteld komen (rechtstreeks) uit de bronsystemen. Er zit dus geen kopieerslag tussen.
Brongegevens zijn altijd en direct beschikbaar en het is voor elk gegeven duidelijk wat de bron is (zie ook principe 5B). De bron kan bv. voor BRP-gegevens ook buiten de migratieketen liggen.
Hierbij hoort de stap van asynchrone naar synchrone communicatie, waarbij een vraag om een gegeven direct gevolgd wordt door het antwoord.
Het uitwisselen van gegevens in ongestructureerde vorm (bv. documenten) dient waar mogelijk te worden vermeden.
Registratie van informatie door medewerkers vind zo snel mogelijk plaats nadat de informatie wordt opgedaan.
Een eigen kopie van deze gegevens (muv. sleutelgegevens) is dus niet nodig
Er is een mechanisme beschikbaar waarmee afnemers genotificeerd kunnen worden wanneer een brongegeven gewijzigd is.
Aandachtspunten
Het gaat in dit punt om actuele gegevens. Voor stuur en management informatie is een data warehouse patroon meer op zijn plaats. Maar ook hierbij geldt dat de data liefst zo actueel en rechtstreeks mogelijk uit de bron betrokken dient te worden.
Om performance-of robuustheidsredenen kan een uitzondering worden gemaakt op dit principe. Dit moet dan wel telkens expliciet onderkend zijn en zodanig worden ingericht dat de geest van dit principe maximaal blijft gelden.
5D
De keten archiveert gecoördineerd
Toelichting
Iedere ketenpartner is zelf verantwoordelijk (‘zorgdrager’ uit de archiefwet) voor het archiveren van de eigen informatie. Deze afhankelijkheid van informatie van andere bronhouders heeft ook implicaties voor het archiveren en schonen van informatie. Omdat de migratieketen op informatie sterk met elkaar verweven zijn, (het ‘dossier’ over één persoon ligt verspreid over meerdere ketenpartners) is het niet wenselijk dat iedere ketenpartner er eigen bewaar- en vernietigingstermijnen op nahoudt.
Wanneer dit ongecoördineerd gebeurt kan het zijn dat een ketenpartner niet soepel en zorgvuldig verder kan werken omdat er stukken informatie ontbreken. Het streven is dat de ketenpartners gelijke vernietigingstermijnen gaan handhaven voor het opschonen van vreemdelingendossiers, met name de gestructureerde informatie.
Archivering regelen we vooraf (‘archivering by design’); het archiveren en schonen van informatie is geïntegreerd in de processen vanaf het moment van creatie en metadatering tot aan schoning. Hierbij is het streven dat dit zo veel mogelijk geautomatiseerd gebeurt om de belasting voor de medewerker minimaal te houden.
Rationale
De archiefwet vereist dat overheidsorganisaties hun informatie op een goede manier bewaren, ontsluiten én vernietigen. Bij ketensamenwerking, waar meerdere partijen samenwerken en informatie over een zelfde vreemdeling vastleggen, is het extra van belang dat de metadatering en selectielijsten goed worden gekozen en op elkaar afgestemd.
Implicaties
Selectielijsten van de ketenpartners moeten op elkaar worden afgestemd
Gegevens in ketensystemen moeten voorzien worden van de juiste metadata, zodat vanaf het ontstaan van een gegevens duidelijk is wat de archiefstatus is
Elk nieuw gegeven dat geregistreerd wordt, wordt direct van de juiste metadata voorzien.
Overbrengen/vernietigen en uitplaatsen doen we zoveel mogelijk synchroon. Er zijn mechanismes in de keten beschikbaar om dit te faciliteren.
Aandachtspunten
Afstemmen op dit punt kan een behoorlijke horde zijn omdat ketenpartners eigen belangen hebben bij het selecteren van archiefstukken. Complicerende factor is de aanwezigheid van ketenpartners buiten het JenV domein in de keten.
Mapping Thema's en principes
De context waarin de BSA 2.0 ontstond was dat de PIL en de BVV tot stand waren gekomen en succesvol werden toegepast. Niettemin was de communicatie tussen de ketenpartners een groot punt van zorg. Daarom zijn in de BSA 2.0 maatgevende principes geformuleerd die niet aan geldigheid hebben ingeboet. Maar waar indertijd de boodschap moest worden uitgedragen over standaardisatie, centralisatie en samenwerking zijn die gedachten nu gemeengoed geworden. In die zin heeft de BSA 2.0 zijn doel bereikt. De Basis Startarchitectuur heeft zijn naam waar gemaakt en is nu daadwerkelijk de basis geworden. We kunnen nu beter spreken van een fundament. Deze eerdere principes staan dus niet ter discussie en de MIRA kan gezien worden als een nieuwe verdieping van dit eerder gelegde fundament.
De thema’s en principes uit dit document zijn daarom anders dan deze in de BSA van 2013. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de thema’s en principes uit de BSA van 2013 en of deze terugkomen in één van de nieuwe principes, gepromoveerd tot “ketenuitgangspunt” of zijn vervallen.
Nr.
Principe uit BSA 2013
Thema BSA 2013
Status
BSA1
Biometrie wordt gebruikt om de identiteit vast te stellen
Identiteit
Uitgangspunt
BSA2
Afname en gebruik van biometrie wordt uniform toegepast
Identiteit
Uitgangspunt
BSA3
Elke vreemdeling heeft één v-nummer en elk v-nummer hoort bij één vreemdeling
Identiteit
Uitgangspunt
BSA4
In de keten is alle uitwisseling digitaal
Digitaal werken
Uitgangspunt
BSA5
De keten gebruikt een volledig, juist en actueel integraal klantbeeld
Digitaal werken
Herzien tot 2A
BSA6
Processturing vindt digitaal plaats
Digitaal werken
Uitgangspunt
BSA7
Alle instanties en personen in een dossier zijn uniek identificeerbaar
Digitaal werken
Uitgangspunt
BSA8
De keten werkt met een uniform begrippenkader
Digitaal werken
5A
BSA9
De keten meet wat nodig is voor sturing over de keten
Inzicht in werking keten
2D
BSA10
Taakveldroutines zijn gestandaardiseerd
Inzicht in werking keten
Vervallen
BSA11
Infrastructuur wordt gedeeld als dat efficiënt en effectief is
Samenwerking
Vervallen
BSA12
Elk gegeven heeft een verantwoordelijke
Samenwerking
5B
BSA13
Borging afspraken is geregeld
Samenwerking
2B, Architectuurproces
BSA14
Centrale voorzieningen ondersteunen plaats en tijdonafhankelijk werken
Samenwerking
Uitgangspunt
BSA15
De uitwisseling van informatie staat los van besluitvorming
Samenwerking
Vervallen
BSA16
De vreemdeling, zijn belangbehartiger of belanghebbende hebben inzage/correctierecht in het digitale vreemdelingenketendossier, mits dit bedrijfsmatig en rechtmatig van toepassing is
Externe participatie
Herzien tot 1A
Overzicht principes en businessdoelen
Per thema uit de ketenarchitectuur is er een figuur met de relatie tussen de architectuurprincipes en de doelen die ze realiseren.
Onderstaande tabel toont de relatie tussen de businessdoelen en de principes: